Skip to main content

Directiecomité

Elke overheidsdienst heeft een directiecomité, dat bestaat uit de verschillende directeurs-generaal en stafdirecteurs, geleid door de voorzitter van de FOD. Taken van het directiecomité:
  • het managementplan van de FOD uitvoeren
  • de activiteiten van de verschillende diensten coördineren
  • voorstellen formuleren om de werking van de FOD te verbeteren
  • de begroting opmaken en de uitvoering ervan controleren
  • het personeelsplan opstellen en toezien op de uitvoering ervan
Nog een taak van het directiecomité is zich buigen over (tucht)dossiers van het personeel…

Als ambtenaar moet je de wetten en de reglementen die van kracht zijn bij de overheid naleven. Als je deze regels niet naleeft, ben je in overtreding.

Elk verzuim aan de beroepsplichten of elke handeling die de waardigheid van de functie in het gedrang brengt, wordt beschouwd als een inbreuk en kan resulteren in een tuchtprocedure.

Enkele voorbeelden van inbreuken vind je hier.

Wanneer je hiërarchische meerdere van oordeel is dat een tuchtprocedure aan de orde is, dan zijn volgende stappen mogelijk. Het is zeer belangrijk dat je als lid van de acod zo snel mogelijk je afgevaardigde op de hoogte brengt van het gegeven dat je in een verhaal van tuchtprocedure verkeert.

De acod voorziet in juridische bijstand en heeft verschillende erkende verdedigers, die de leden kunnen bijstaan in de verschillende stappen van de tuchtprocedure.

Het is belangrijk te weten dat een aantal waarborgen en principes gerespecteerd dienen te worden tijdens de procedure. Deze principes waken over de rechten van de verdediging en steunen op een aantal algemene rechtsprincipes.

  • De ambtenaar moet vooraf gehoord worden en heeft het recht zijn standpunt met alle passende middelen te doen kennen.
  • De ambtenaar heeft de mogelijkheid zich op elk moment van de procedure te laten bijstaan door een persoon naar keuze.
  • Het dossier met de ten laste gelegde feiten kan vooraf worden geraadpleegd.
  • Het is mogelijk om bijkomende onderzoeksmaatregelen te vragen.
  • Een tuchtstraf kan pas ingaan vanaf de uitspraak.
  • Wanneer meer dan één feit ten laste worden gelegd, kan dit slechts aanleiding geven tot één procedure en tot één tuchtstraf.
  • Wanneer in de loop van een procedure nieuwe feiten worden ten laste gelegd kan dit aanleiding geven tot een nieuwe procedure.
  • De overheid kan geen tuchtrechtelijke procedure meer instellen na een termijn van zes maanden na de vaststelling of de kennisname van de daarvoor in aanmerking komende feiten. De tuchtvervolging wordt geacht te zijn ingesteld van zodra de ambtenaar door de tuchtoverheid op de hoogte is gebracht van de tuchtprocedure.
Welke zijn de mogelijke gevolgen van een tuchtprocedure?

  • Terechtwijzing (moreel karakter en geldt als waarschuwing)
  • Inhouding van wedde (1 tot 36 maanden, max. 20% van nettoloon wordt ingehouden)
  • Verplaatsing bij tuchtmaatregel (toewijzing andere functie/standplaats)
  • Ontslag van ambtswege (einde tewerkstelling wegens ernstige beroepsfout, met behoud opgebouwde pensioenrechten)
  • Afzetting (einde tewerkstelling wegens ernstige beroepsfout, maar met verlies van de opgebouwde pensioenrechten als ambtenaar. De dienstjaren gelden wel als pensioengerechtigd in de privésector)

Uitwissing van de tuchtstraffen

De tuchtstraffen zijn tijdelijk, behalve het ambtshalve ontslag en de afzetting, die definitief zijn.

Dit betekent dat er na verloop van tijd geen rekening meer mee mag worden gehouden bij de evaluatie of bij een bevordering:
  • voor de terechtwijzing 9 maanden na de datum van de uitspraak
  • voor de inhouding van de wedde 12 maanden vanaf de dag die volgt op het einde van de laatste maand van de periode van de inhouding
  • voor de verplaatsing bij tuchtmaatregel 18 maanden vanaf de uitspraak
Strafprocedure over dezelfde feiten:

Een feit mag niet tweemaal bestraft worden met sancties van dezelfde aard. Dezelfde feiten kunnen niet twee keer tuchtrechtelijk of niet twee keer strafrechtelijk worden bestraft. Dit principe belet niet dat eenzelfde feit strafrechtelijk én tuchtrechtelijk kan worden bestraft.

Als er een strafprocedure loopt naast de tuchtprocedure, dan wordt de tuchtprocedure niet noodzakelijk automatisch geschorst.

De verantwoordelijkheid om de tuchtprocedure al dan niet te schorsen of verder te zetten wordt bepaald door de overheidsdienst.

Het resultaat is dat de tuchtoverheid, indien ze onder meer niet voldoende kan bewijzen dat de ambtenaar de feiten heeft gepleegd, de beslissing op het vlak van tucht dient uit te stellen tot de strafrechter uitspraak heeft gedaan. De tuchtoverheid moet regelmatig informeren naar de stand van zaken betreffende de strafprocedure.

Onverenigbaar

Indien een tuchtstraf onverenigbaar blijkt te zijn met een strafrechtelijke uitspraak dan moet de tuchtstraf worden ingetrokken met terugwerkende kracht.

Tijdens de tuchtprocedure is het mogelijk dat iemand geschorst wordt in het belang van de dienst. De schorsing in het belang van de dienst is een maatregel van orde waartoe wordt besloten in afwachting van een strafrechtelijke beslissing of een tuchtbeslissing.

Er zijn evenwel waarborgen die in acht moeten worden genomen:
  1. de ambtenaar moet gehoord worden
  2. de ambtenaar mag tijdens elke fase van de procedure worden bijgestaan door een verdediger van zijn/haar keuze
  3. hij/zij beschikt over een recht op beroep bij de raad van beroep
De ambtenaar kan na 1 maand een eerste beroep indienen bij de raad van beroep.